Verslag milieuraad 14 maart 2002

Aanwezig:

Berghmans Hugo; Creemers Annemie; Cuypers Koen; De Haes Paul; Dierick Jean; Goemans Marcel; Iven Ivo; Lauwers Charles; Mertens Erik; Pepermans Tinneke; Scheys Monique; Tobback Marc; Van Dyck Paul; van Huygevoort Leo; Van Peer Ria; Wouters Leo

Info-avond “groene stroom”

Marcel Goemans (SEGHERSbetter technology for Solids+Air, N.V.) gaf ons een duidelijk én deskundig overzicht van:

Wij danken de heer Goemans voor zijn vrijwillige medewerking.

Meer info over “biomassa” is na te lezen in de reflectietekst:

Reflectietekst “Energie uit biomassa”

Biomassa is een organisch materiaal (verhakseld hout, stro, gras, mest, …) dat omgezet kan worden in nuttige brandstof. Het kan daarom beschouwd worden als een nuttige en waardevolle energiebron.

De mensheid verbrandt reeds duizenden jaren energie uit biomassa, om in zijn energiebehoefte te voorzien. Meer recent werd gefossiliseerde biomassa ontdekt onder de vorm van steenkool, stookolie en aardgas.

De vorming van deze fossiele brandstoffen is het resultaat van een zeer traag chemisch proces. Omdat dit proces enkele miljoenen jaren duurt, moeten we deze energiebron als “eindig” beschouwen.

Biomassa is zonder twijfel de meest onderschatte hernieuwbare energiebron, die nu nog maar erg beperkt ingezet wordt.

Een toenemend gebruik van biomassa is erg gunstig voor ons leefmilieu.

Energie uit biomassa kan de klimaatsveranderingen beperken, de zure regen verminderen en stortplaatsen ontlasten.

Energie uit biomassa wordt als CO2-neutraal beschouwd. Het verbranden van “nieuwe” biomassa voegt geen extra koolzuurgas toe aan de atmosfeer. Het koolzuurgas wordt terug gebruikt door de planten in hun volgende groeicyclus. We vangen en slaan zonne-energie op in de biomassa, en kunnen deze energie vrij laten komen op het ogenblik dat we ze nodig hebben.

Biomassa kan daarom, meer dan elk andere energiebron, instaan voor de menselijke energiebehoefte én bovendien tegemoet komen aan de economische en milieu-eisen.

Tot op heden zijn fossiele brandstoffen steeds goedkoper geweest dan biomassa, zodat biomassa niet in staat is de markt te veroveren. Nu wordt bij de kostprijs van fossiele brandstoffen nooit de milieukost gerekend. De fossiele brandstoffen zijn bovendien te waardevol om enkel als brandstof aangewend te worden.

Op lokaal niveau, beschikken we over opportuniteiten voor de toepassing van biomassa. We beschikken over een continue aanvoer van groenafval uit het stedelijk patrimonium en van bij particulieren (snoeihout, grasafval, wegbermmaaisel, bladeren, …), die nu tegen betaling afgevoerd moet worden voor compostering.
De biomassa kan met een hoog rendement ingezet worden door gebruik te maken van warmte-krachtkoppeling. De biomassa kan (hoogwaardige en verkoopbare) elektriciteit opwekken én de restwarmte kan benut worden om de stedelijke infrastructuur te verwarmen. Fort 4 of het zwembad, dat zomer en winter verwarmd dient te worden, is uiterst geschikt om de restwarmte op te nemen.

Door het inzetten van biomassa kan de stad een wezenlijke bijdrage leveren aan de zoektocht naar milieuvriendelijke en duurzame energiebronnen.

De Vlaamse regering heeft op 28 september 2001 (staatsblad 23/10/2001) besloten om elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen te bevorderen.

Meer info:

Advies “opties milieuconvenant”

Erik Mertens gaf ons een overzicht van de opties van de nieuwe milieuconvenant die het stadsbestuur wil (en kan) onderschrijven

Het stadsbestuur wil dus het ganse niveau 1 onderschrijven, en ook enkele clusters van niveau 2 meenemen.

Annemie Creemers vraagt zich af waarom de cluster “natuurlijke entiteiten” niet onderschreven wordt.
Erik is van oordeel dat het uitvoeren van deze cluster een te grote administratieve belasting vormt
Annemie zag opportuniteiten i.v.m. het beheer van Fort 4. Het stadsbestuur wil een parkbeheersplan opstellen voor deze zone (binnen- én buitenglacis). Een parkbeheersplan is juridisch afdwingbaar en in een modern park is plaats voor de natuur.

De keuzes van het stadsbestuur gelden enkel voor 2002. De volgende jaren kan er nog andere clusters uit niveau 2 onderscheven worden, dit afhankelijk van de mogelijkheden van de stad.

De milieuraad geeft een gunstig advies aan het door Erik Mertens voorgestelde plan.

“wonen boven winkels”

volgend voorstel tot advies werd opgesteld door het dagelijks bestuur:

Voorstel advies “wonen boven winkels”

"... Gelet de problemen met leegstand en verloedering op de hoofdassen in de stad

Overwegende dat in toenemend mate de winkelpanden en dienstverlenende instellingen enkel het gelijkvloers in gebruik nemen en dat de bovenverdiepingen ongebruikt blijven of als opslagruimte benut worden.

Overwegende dat de aanwezigheid van een afzonderlijke toegang naar bovengelegen verdiepingen de bewoning ervan bevordert.

Gelet op het feit dat deze tendens zowel stedenbouwkundig (de gevel van de bovenverdiepingen wordt niet of slecht onderhouden) als op sociaal vlak (na het sluitingsuur van de winkels krijgen de straten een desolaat uitzicht waardoor vandalisme en kleine criminaliteit in de hand worden gewerkt) ernstig nadelig is.

Gelet op het feit dat conform de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de bewoning in stedelijke gebieden dient bevorderd te worden en de verwevenheid van functies dient te worden nagestreefd.

Daarom formuleert de Milieu Advies Raad het volgende advies naar het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad toe:

  • Een bouwverordening kan bij nieuwbouw of vervangende nieuwbouw van een handelspand de verplichting opleggen om een afzonderlijke toegang te voorzien tot de bovenliggende verdiepingen.
  • Eén afzonderlijke toegang zou pas mogelijk zijn indien de verdiepingen boven meerdere handelspanden gelegen zijn.
  • Bij handelspanden met minstens 2 bouwlagen moet men ook tenminste één woongelegenheid voorzien.
  • Een vrijstelling kan voorzien worden voor de kleinere handelspanden (voorgevelbreedte kleiner dan 7 meter).

Met een bouwverordening inzake wonen boven handelspanden kan de stad hiertegen ingaan. We zijn ervan overtuigd dat een dergelijke bouwverordening de woonfunctie van de handelspanden zal stimuleren en de leefbaarheid van stadskern(en) zal ten goede komen. ..."

Mevrouw Scheys vraagt zich af of dit advies wel een thema is voor de milieuraad (betere benutting van de bebouwde oppervlakte verminderd de druk op de open ruimte)
Het gebrek aan overleg tussen de milieuraad en de middenstandsraad rond dit thema wordt eveneens aangeklaagd. De milieuraad betreurd eveneens het gebrekkige overleg.

Schepen Van Dyck schets het bestuurlijk kader van dit thema. Van de zijde van het stadsbestuur zijn er drie bevoegde schepenen: Van Dyck (leefmilieu en ruimtelijke ordening); Jespers (middenstand) en burgemeester Pira (woonbeleid).

Om uit de gepolariseerde situatie uit te komen en om een door alle partijen gedragen voorstel te komen, stelt schepen Van Dyck voor om een overleg te organiseren tussen alle partijen.

Annemie Creemers informeerde naar haar suggestie om een subsidie te geven voor het plaatsen van een aparte toegang. (knelpunt: hoe hoog meet deze subsidie zijn om aan te slaan?). Schepen Van Dyck wijst ook op de beperkte financiële middelen van de stad.

Paul Van Dyck wijst op het toenemend effect van de krot- en leegstandsbelasting in de stad.

De behandeling van het advies rond “wonen boven winkels” wordt uitgesteld.

Bekkencomité “koude beek” – vertegenwoordiger milieuraad

Er is een akkoord over de oprichting van een bekkencomité Koude Beek Vallei (initiatief van de milieuraad van Boechout) in het kader van integraal waterbeheer en vooral om de aspect natuur niet te vergeten in deze vallei.

Naast alle officiële instanties (gemeentebesturen, provincie, Afd. water en afd natuur) en de milieuraden, zal ook Natuurpunt Land van Reyen en Natuurpunt Schijnvallei en het Bessemcomité een vertegenwoordiger afvaardigen.

Schepen van Dyck deelt mee dat einde maart de gemeenten Boechout, Borsbeek, Hove en Mortsel samen met technici van Leefmilieu en de provincie voor het eerst zullen samen zitten. Later zal dit forum verder opengetrokken worden naar milieuraden en milieuverenigingen.

De milieuraad van Mortsel vaardigt Paul de Haes (effectief lid) en Hugo Berghmans (plaatsvervanger) af. Beide personen wonen nabij de koude beek en zijn erg geïnteresseerd in het gebied van de Koude beek.

Mededelingen van de milieuambtenaar en het stadsbestuur

Subsidiereglement REG: reeds 3 scholen hebben belangstelling voor de subsidie; 5 scholen beschikken reeds over drankfontein (3 staan op de wachtlijst)
Het secundair onderwijs aarzelt nog, maar er wordt volgend schooljaar op beterschap gerekend.
De scholen moeten vanaf dit jaar zelf instaan voor de ophaling van het restafval. Dit is een serieuze financiële stimulans om milieuvriendelijkere alternatieven te promoten.

Binnenkort zullen de op zonne-energie verwarmde douches voor de fietsers in het stadhuis in gebruik genomen worden

Rondvraag

[Werking 2002]

laatste wijziging: 14/08/16