Verslag Milieuraad 9 september 1999

Aanwezig:

Iven I.; Tobback M.; Mertens E.; Bollen J.; Desmyter J.; Stroobandt H.; Jespers A.; Leys L.; Ex W.; Brantegem A.; van Lidth de Jeude J.; Depovere J.; Lesage M.

Thema-avond: "Onbemande verkeerscamera's - leefbaarheid in de gemeente"

sprekers:

• Cmdt Marc Lesage, Rijkswacht - Provinciale verkeerseenheid Antwerpen

Extra communicatie:

• aankondiging in 't Periodiekse van 24/08/1999

Presentatie:

algemeen:

Subjectief gegeven: verkeer en criminaliteit worden als belangrijkste problemen ervaren door de bevolking

De kwetsbaarste groepen in het verkeer vormen de jongeren en de bejaarden.

Auto's worden steeds veiliger maar… de zwakke weggebruiker heeft daar geen baat bij: zijn risico's zijn ongewijzigd gebleven.

Belangrijkste oorzaken van ongevallen:

• Onaangepaste snelheid; deze is afdwingbaar door:
  • Signalisatie en reglementen
  • Fysiek afdwingen: drempels, plateaus, bloembakken, obstakels, …
  • snelheidscontroles
• Verschillen in snelheid
• Negeren van de verkeerslichten; deze zijn afdwingbaar door:
  • Vervangen door rotondes (probleem: plaatsgebrek, te hoge snelheid op de wegen)
  • Roodlichtcamera's
• Alcohol

De pakkans is in België zeer klein:

• Er worden jaarlijks 10.000.000 voertuigen gecontroleerd. Dit levert 300.000 PV's op.
• Men wordt jaarlijks viermaal gecontroleerd op overdreven snelheid.

Onbemande (roodlicht)camera's:

Deze mogen ingezet worden voor het vaststellen van een beperkt aantal wettelijk bepaalde overtredingen.

De plaatsing is geregeld in een protocol: de wegbeheerder, de politiediensten en het gerecht dienen een akkoord af te sluiten over de inplanting en de frequentie waarmee de camera zal werken.

De camera's leveren een personeelsbesparing op (geen verbalisant aanwezig), maken van goede foto's is niet moeilijk maar de verwerking van de foto's is arbeidsintensief.

Plaatsing van één camera is niet effectief: te plaatselijk effect.

Snelheidshandhaving met onbemande camera's kan efficiënt zijn door:

• Op een traject / in de gemeente een reeks "huisjes" voor camera's plaatsen.
• In één van deze mogelijke controlepunten een camera plaatsen en deze geregeld verplaatsen.
• Politietoezicht op niet-gecontroleerde plaatsen
• Doeltreffende communicatie: mogelijke controles aankondigen, resultaten bekend maken, …

Ervaring met de camera's op de "Boomsesteenweg":

Technische problemen met de camera's:

• Werd gebruik gemaakt van bestaande detectielussen in het wegdek die ook door andere apparaten werden gebruikt. Dit gaf problemen.
• Plaatsing van de palen is niet optimaal:
• Men vereist dat op de foto zowel het rechtse verkeerslicht als het te verbaliseren voertuig te zien is.
• Gezichtsveld van de camera is vaak niet breed genoeg om aan deze eis te voldoen

Invloed op het ongevallencijfer:

• Aantal ongevallen te laag om juiste besluiten te trekken: op één kruispunt werden er meer ongevallen vastgesteld, op het andere minder.
• Aard van de ongevallen is gewijzigd:
  • Minder aanrijdingen in de flank van de wagens (doordat rood licht gerespecteerd wordt)
  • Meer kop-staartbotsingen (door remmen voor de verkeerslichten)

De invloed op de snelheid is niet gekend omdat er geen gegevens bekend zijn van vóór de plaatsing.

Studies voor andere trajecten:

N60 Gent - Oudenaarde - kruispunt t' Peerdeken: (studie Administratie Wegen en Verkeer, 1997)

• Snelheidsovertredingen: -63% (opm.: verkeerslichten vormen reeds een "obstakel" dat de gemiddelde snelheid naar beneden trekt)
• Roodlichtnegatie: - 92%

Rondweg Leeuwarden, Nederland, gegevens 1995 (bron: Verkeerskunde 4, april 1997)

• Op bijna alle plaatsen daling van aantal snelheidsovertredingen en roodlichtnegaties
• Aantal ongevallen: -50%
• Aantal ongevallen met gewonden: -75%

Rotterdam - Rijnmond, 1995 (Jansen, Verkeerknooppunt Januari 1996)

• Het aantal overtredingen aan de roodlichtcamera daalde van 12 à 14 per uur naar 2 à 3 per uur.

Studie "Handhaving van verkeersregels in Nederland" (1990, Goldenberg ,Hway-Liem en Polak - "Effect van automatische waarschuwing en toezicht op snelheid in vier provincies")

• Op 80 km/u-wegen in Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Overijsel.
• Effect op rijsnelheid:

	Fase 0 controleperiode	Fase 1 Snelheidsaanduiding en "U rijdt te snel"	Fase 2 Onbemande camera's
Gemiddelde snelheid	78.2 km/u	75.2 km/u	72.9 km/u
% meer dan 80 km/u	38.2 %	28.0 %	11.4 %

• Effect op ongevallen: het aantal ongevallen daalde gemiddelde 35 % (min.: 5; max. 58 %)

West London, 1992 (J. Toogood - "Cuts by camera")

• 281 sites, 35 camera's alternerend op deze plaatsen gezet.
• Resultaten na één jaar:
  • Doden: -70 %
  • Zwaar gewonden: -50 %
  • Licht gewonden: -18 %
  • Totaal aantal ongevallen: -21 %
  • Gemiddelde snelheid: -6 % tot -11 %
  • Roodlichtnegatie: -65%

Stockholm , 1972 (Mäkinen - "Automatic enforcement of speed and red light violations")

• Roodlichtnegatie: geen effect vastgesteld omdat er vooraf ook reeds bijna geen overtredingen (0.5 %) werden vastgesteld.

Zweden, 1990 (Nilsson - "Trials with automatic surveillance 1990-1992")

• Snelheid daalde gemiddeld 3 %
• Camera heeft in stedelijke omgeving effect 500 m vóór en 100 m na de opstelling
• Camera heeft ook invloed op de richting die niet gecontroleerd wordt, invloed verdwijnt echter na een tijd.

advies "Gemeentelijke bouwverordening op de afkoppeling van hemelwater"

op vraag van het gemeentebestuur werd er advies uitgebracht (zie adviezen)

advies "Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen"

op vraag van het gemeentebestuur werd er advies uitgebracht (zie adviezen)

vraag tot advies "Septische putten"

• in het schrijven van 13/08/1999 vraagt de Heer Jozef De Backer - gemeenteraadslid:

" … Met de huidige afvalwaterzuiveringen die in het Vlaamse land gebeuren is het gebruik van een "beerput" niet meer relevant en zelfs niet meer wenselijk.
Daarom is het aangewezen om de gemeentelijke bouwverordening aan te passen en deze verplichting te schrappen.
Hiervoor moeten de nodige stappen ondernomen worden.

Via deze brief had ik graag het advies van de milieuraad ontvangen betreffende het gebruik van een "beerput" … "

• de milieuraad van 9 september 1999 heeft beslist om geen bijkomend advies te formuleren betreffende het al dan niet verplicht stellen van de septische put. In het verleden werden namelijk hierover reeds meermaals adviezen uitgebracht.
• De Milieu Advies Raad heeft reeds meermaals geadviseerd het aanleggen van een septische put niet meer verplicht te stellen.
• Het gemeentebestuur en enkele leden van de milieuraad zijn echter overtuigd van de noodzaak van de septische put. Zonder septische put vreest men voor verstoppingen en geurhinder van de gemeentelijke rioleringen.
• Argumenten contra de septische put zijn onder andere:
  • Daar de aanwezigheid van een septische put tussen de woningen en het riool een ongunstig effect heeft op de werking en rendement van de waterzuiveringsinstallaties
  • De kans op verstopping van de riolering door de afwezigheid van een septische put is bij normaal rioolonderhoud in de praktijk erg klein gebleken:
    • Woningen in oude woonwijken beschikken zelden over een septische put. De rioleringen in deze wijken vertonen geen abnormale verstoppingen, corrosie of geurhinder. (traditioneel rioleringsstelsel)
    • In vele wijken van het Brussels Hoofdstedelijk gewest zijn meestal geen septische putten aanwezig. (traditioneel rioleringsstelsel)
    • Nederland verbiedt de plaatsing van septische putten. Ook daar wordt geen abnormaal risico op verstoppingen, corrosie of geurhinder gesignaleerd (gescheiden stelsels)
  • Het modelreglement "Ontwerp gemeentelijke verordening lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting openbare riolering en afkoppeling van regenwater", opgesteld door de Vlaamse MilieuMaatschappij stelt dat:

    "indien de woning of het gebouw in een zuiveringszone A ligt, moet het huishoudelijk afvalwater rechtstreeks, m.a.w. zonder individuele voorbehandeling, geloosd worden in de openbare riolering. Uitzondering hierop vormen deze straten of rioolstrengen waarvoor het gemeentebestuur van oordeel is dat individuele voorbehandeling aangewezen is, gelet op de toestand van het rioolstelsel of de aard van de zuivering."

  • In art.6.2.1 .3 §2 van VLAREM II wordt vermeld dat het afvalwater in zuiveringszone A (waaronder heel Mortsel) bij voorkeur rechtstreeks zonder voorbehandeling in de openbare riolering wordt geloosd. In dit artikel wordt ook vermeld dat het gemeentebestuur indien de afwateringssituatie dit vereist, kan opleggen dat het afvalwater via een individuele voorbehandelingsinstallatie (vb.septische put) moet worden geleid alvorens in de openbare riolering terecht te komen.
  • de studie Microbiële omzettingen in septische putten somt volgende argumenten tegen de septische put op:
    • Men vraagt zich af of investering + ruimingskosten opwegen tegen het matige zuiveringsreglement.
    • De voorzuivering, het zuiveringsrendement aan de hand van een septische put is slechts matig en zeer wisselvallig. Er treedt ook weinig of geen verwijdering op van pathogene kiemen.
    • Op regelmatige tijdstippen dient eveneens het slib en de drijflaag verwijderd te worden, hetgeen gepaard gaat met geurhinder.
    • De verwijdering van het slib gebeurt in de praktijk om de 3-4 jaar en de kostprijs van een ruiming beloopt ca 3000 BEF.
      Dit slib dient vervolgens behandeld te worden in een RioolWaterZuiveringsInstallatie.
    • Broeikasteffect: anaërobe afbraak levert 2 tot 5 liter methaan per inwoner per dag. Gezien methaan 20 maal meer bijdraagt tot het broeikasteffect, kan het elimineren van de septische put instaan voor tot 10 % van de in de Rio-akkoorden opgelegde uitstootbeperking. (In de RioolWaterZuiveringsInstallaties is er aerobe afbraak waar geen methaan bij vrijkomt of wordt de methaan verbrand)
  • Lekkende septische putten dragen bij tot de vermesting en de vervuiling van het grondwater (Het grondwater in Mortsel is zeer kwetsbaar doordat de bovenste bodemlagen bestaan uit zeer goed doorlatend zand)
• De opmerking van De Heer J. De Backer dat het ruimtelijk moeilijk is om bij kleinere percelen én een septische put (min. 2.5 m³) én een regenwaterput (3 of 5 m³) te plaatsen lijkt terecht.
• Door de verplichte aanleg van een septische put (en bijhorende leidingen) te vervangen door de verplichte aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel met regenwaterput , zullen de investeringskosten voor de burger quasi gelijk blijven.

Nacht van de Duisternis:

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 juni 1999:

"… Het college wenst niet deel te nemen aan de 'Nacht van de duisternis' zolang er geen overeenstemming is bereikt met de andere betrokken gemeenten. …"

Advies " Verordening i.v.m. lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting op openbare riolering en afkoppeling van hemelwater (aanvulling)"

Antwoord van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 juni 1999: zie advies

Advies " Gescheiden riolering "Ten Dorpelei"

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 juni 1999: zie advies

Advies "Vlaanderen Proper"

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 juni 1999: zie advies

Advies "Informatie toekomstige infrastructuurwerken"

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 juni 1999: zie advies

Project "Veilige schoolomgeving" - Fonds "Dominique De Graeve"

De Milieu Advies Raad Mortsel is laureaat van de wedstrijd "Fonds Dominique De Graeve 1999" met het project "Verkeersopvoeding via parcours langs alle basisscholen in Mortsel".

Aan deze prijs is een geldbedrag van 160.000 BF verbonden om het project te kunnen uitvoeren.

Op 6/9/1999 werd reeds een eerste werkvergadering georganiseerd (zie verslag)

Adviesgroep "Gemeentelijk milieubeleidsplan"

De adviesgroep is samengekomen op 8/9/1999. (zie verslag)

[Vergaderingen 1999]

laatste wijziging: 11/08/10